De Januskop heeft twee gezichten, één aan de voorkant van het hoofd en één aan de achterkant. En de boodschappen die eruit komen zijn meestal niet gelijk. Dit treedt ook wel eens op bij het management van bedrijven. Meestal onbedoeld, dat wel, maar daardoor niet minder schadelijk…
Het commerciële gezicht
Dit is het gezicht dat spreekt over volumegroei. Of omzetgroei. Of marktaandeelgroei. Inbreken bij nieuwe klanten ten koste van de concurrenten… Meer business genereren bij bestaande klanten ten koste van de concurrenten… Het gaat vaak over de strijd die moet worden geleverd, met als wapens kwaliteit, snelheid en prijs. Kwaliteit staat voor alles in een keer goed doen. En als je dan toch fouten maakt, die direct goed oplossen. Snelheid wil zeggen alles laten vallen en meteen voor deze klant aan de slag. Later is geen optie, zelfs niet als het voor de klant niet uitmaakt, want we moeten laten zien wat we kunnen. Prijs wil dan vaak zeggen het beste en het snelste voor de laagste prijs. Een goede marge maken is van later zorg, eerst binnenkomen, of uitbreiden.
Het operationele gezicht
Dit gezicht spreekt over efficiency en zekerheid in de bedrijfsprocessen. Wil graag meer of nieuwe business, maar het moet wel binnen de kredietlimiet passen. En graag op tijd betaald. Hoge kwaliteit leveren; ja, maar het moet niet teveel kosten. Dus service verlenen, maar geen eenmalig maatwerk onder hoge tijdsruk. En omruilen niet coûte que coûte vandaag als morgen voor de klant ook goed is omdat we dan toch al langskomen. Snel reageren; ook ja, maar het moet wel zonder overwerk, aparte productieruns of distributieritten.
Hoofdbrekens
Dit Januskop management geeft in het bedrijf hoofdbrekens op uitvoerend niveau. Want die mensen vragen om duidelijkheid in hun dagelijkse duizend-en-een dingen-te-doen werkzaamheden. En hoe langer dit uitblijft hoe groter de kans op verkeerde keuzes, hetgeen onherroepelijk tot ontevreden klanten leidt én hoofdpijn bij het management.
Hoe nu de Januskop als één hoofd te laten werken? Dat is eigenlijk niet zo moeilijk. Als je maar weet wat de operationele winst is op individuele klanten of producten, dan wel op de verschillende klantgroepen of productgroepen. Dan wordt het voor iedereen ineens duidelijk welke je winst brengen, en welke je geld kosten. Bij de winstbrengers is het “quality & speed first”, bij de verlieslijders “efficiency first”. En per saldo kom je dan hoger uit!
Geïnteresseerd in meer? Kijk dan eens op www.lucratief.eu.